2 juli 2020

Alfa Romeo 4C Spider

Door Ewoud Hallebeek

Heimwee naar het motorrijden? Naar het gevoel van vrijheid, de ademstokkende accelaratie en de messcherpe reflexen? Alfa Romeo biedt u de helpende hand in de vorm van de 4C Spider: dezelfde rauwe sensaties, maar dan op vier wielen.

Natuurlijk kunt u ook gewoon weer een motor kopen. Maar dan wordt u onvermijdelijk geconfronteerd met het thuisfront en sceptische senior partners, die een dergelijke aanschaf zullen afdoen als onnodig, onveilig, onverantwoord en vooral ook heel erg midlife crisis. En eerlijk is eerlijk, u bent ook geen 20 meer. Steeds weer dat pak, die handschoenen en die laarzen. Helm op, slot eraf, ding uit de garage slepen – je bent al gauw 20 minuten verder voordat je op de startknop kunt drukken, om nog maar te zwijgen over die eeuwige regendreiging. Watjesgedrag, net wat u zegt, maar wat doe je eraan? Gelukkig heeft u nu wat meer financiële armslag dan een kwart eeuw geleden, zodat een tamelijk forse uitgave een nieuwe hobby niet in de weg hoeft te staan. Zie daar de Alfa Romeo 4C Spider.

De 4C mag dan niet meer de allerjongste zijn (de Coupé dateert uit 2013, de Spider zag eind vorig jaar het levenslicht), maar wij kennen geen andere auto die het motorrijden zó dicht benadert. Net zo puur, net zo spectaculair, net zo rudimentair en net zo onpraktisch. Maar wel met vier wielen, kreukelzones en een welhaast onverwoestbare koolstofvezel monocoque, waarmee de bezwaren van uw vrouw ongezien de prullenbak in kunnen. En met ruiten en een dakje, zodat u enige bescherming geniet tegen de klimatologische omstandigheden.

Over ‘mooi’ hebben we het maar even niet. Dat is een kwestie van smaak. De meeste mensen vinden hem prachtig, maar wij vinden het toch een beetje een vreemd geproportioneerd geval. Net zoals de KTM X-Bow waar hij van afgeleid is. Het onderstel werd fijngeslepen door de Italiaanse racewagenfabrikant Dallara, waardoor je je kunt afvragen in hoeverre de 4C nog een ‘echte Alfa’ is. Eenmaal achter het stuur doen dat soort gedachten er echter niet meer doet.

Zoals bij motorfietsen ook het geval is, schuilt bij de 4C Spider hét grote geheim in het lage gewicht. Minder dan 1.000 kg legt hij in de schaal (974 kg om precies te zijn, terwijl de Coupé daar zelfs nog 80 kg onder duikt), waarmee je hem heden ten dage gerust een vlieggewicht mag noemen. Ter vergelijking: een even snelle Porsche 911 Carrera Cabriolet weegt 1.495 kg. Geen wonder dat de Duitser een 370 pk zescilinder nodig heeft om de 4C Spider bij te kunnen benen, waar het kleine Italiaantje het doet met een één-punt-zeven vierpittertje met 240 pk (0-100 km/u in 4,5 seconden).

En wat een genot om dat turboblokje te horen blazen, snuiven en brullen. Schakelen doe je met de standaard TCT-automaat met dubbele koppeling en flippers achter het stuur. Die versnellingsbak werkt op zichzelf prima, maar schakelt wel erg snel naar een hoger verzet. De DNA-knop in de meest assertieve stand zetten lost het probleem grotendeels op, maar liever zouden wij een gewone handbak tot onze beschikking hebben gehad.

De zit achter het heerlijke sportstuur is laag, precies zoals je het hebben wilt. De stoelen bieden verrassend weinig zijdelingse steun. Een paar lichtgewicht racekuipjes zouden wonderen doen, maar waarschijnlijk zouden die – vanwege hun grote wangen – het instappen ten enenmale onmogelijk maken. Anderzijds, erg belangrijk is het allemaal niet. Het gaat om het Grote Genieten, liefst op uitdagende dijkweggetjes of inspirerende bergpassen. Dáár is de 4C in zijn element, dáár excelleert het sublieme onderstel, dáár voel je hoe fantastisch communicatief de stuurinrichting is (geen stuurbekrachtiging!) en dans je welhaast intuïtief van bocht naar bocht. Op de snelweg heb je met de 4C Spider eigenlijk niks te zoeken. Met dak eraf is praten met je passagier nog mogelijk tot iets boven de 100 km/u, daarboven wordt het schreeuwen. Wat we al zeiden: motorfiets.

De Alfa Romeo 4C Spider is verkrijgbaar vanaf € 83.850, terwijl de door ons gereden CPZ Track Edition (een gelimiteerde uitgave van 20 stuks, vol met carbon gadgets) daar nog een schepje bovenop doet met een vanafprijs van € 88.350. Vink op het orderformulier wat lollige extra’s aan en u doorbreekt moeiteloos de 100K-grens. Wie alleen daarnaar kijkt, zou kunnen opmerken dat je voor dat geld ook de allerduurste Porsche 718 Boxster, BMW Z4, Mercedes SLK of Audi TT Roadster voor de deur kunt zetten. Maar dat zijn totaal andere auto’s – comfortabel, een soort van praktisch en bovenal: geschikt voor alledaags gebruik. Allemaal dingen die de 4C niet is. Is daarmee de 4C een overbodige propositie? Nee, al was het maar omdat dit soort argumenten er in zijn geval totaal niet toe doen. Denk aan Peter van de boekhouding, die bij het horen van de prijs zal zeggen: ‘Mijn Ford Mondeo kost een derde en daar kunnen we met zijn vieren in.’ Onzinnige discussie. In wezen vatte Johan Cruijff de 4C perfect samen: je gaat het pas zien als je het door hebt.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)