24 september 2020

Jaguar F-Pace 3.0 S AWD

Door Ewoud Hallebeek

Een Jaguar SUV. Over out-of-the-box-denken gesproken. In eerste instantie zagen de Britten er dan ook niks in. Statige en sportieve sedans, dát was de core business. Maar cijfers liegen niet. Volgens de meest recente voorspellingen worden er over 10 jaar wereldwijd jaarlijks 20 miljoen (!) van dit soort auto’s verkocht. En om die pot met goud om principiële redenen aan zich voorbij te laten gaan, ging Jaguar toch wat te ver. Aan het werk dus.

Hoofdontwerper Ian Callum had er weinig zin in. Hij noemde het tekenen van de F-Pace met gevoel voor understatement ‘een uitdaging’, maar moest schoorvoetend de noodzaak ervan erkennen: ‘Dit is nu eenmaal het ideaalbeeld van een nieuwe generatie automobilisten. Dit is wat ze willen, vooral in nieuwe markten.’

Eind 2013 mocht het studiemodel C-X17 de reacties onder het publiek peilen, drie maanden geleden zag de nauwelijks gewijzigde productieversie het licht. Een midsize-SUV (Jaguar spreekt zelf over een ‘performance cross-over’), met als belangrijkste concurrent de Mercedes GLC, de BMW X3/X5 en de Audi Q5. De S-versies moeten de strijd aanbinden met de Porsche Macan.

Over smaak valt niet te twisten, maar in onze ogen is de F-Pace van een uitzonderlijke schoonheid. Dat wil zeggen: voor SUV-begrippen. De achterkant mag dan – de F-Type-achtige lichtarmaturen ten spijt – tamelijk non-descript zijn, het krachtige front, met het inmiddels bekende Jaguar-familiegezicht, biedt daarvoor ruimschoots voldoende compensatie. De lage zijruiten, brede heupen en aflopende daklijn geven de auto een welhaast natuurlijke coupé-uitstraling, visueel stevig ondersteund door de enorme achterspoiler.

En over uiterlijk gesproken: de fabriek levert de F-Pace standaard op 18- of 19-inch lichtmetaal (afhankelijk van motorisering en uitvoering). Dat is wel heel bescheiden. Een maatje groter is dan ook bijzonder aan te bevelen, maar waak voor overmatig enthousiasme. Wij zouden 20-inch adviseren; de perfecte mix tussen show en go. Met 22-inch wordt de F-Pace enigszins ordinair, terwijl bovendien – niet geheel onbelangrijk – het rijgedrag er bepaald niet beter op wordt. Terughoudendheid is in deze dus het sleutelwoord.

De F-Pace staat op hetzelfde flexibele aluminium platform als de XE en de XF, en met zijn lengte van 4,7 meter zit hij precies tussen die twee saloons in. Die lengte mag dan bescheiden-marktconform zijn, de breedte van 2,2 meter is dat bepaald niet. In een F-Pace zijn sommige parkeergarages simpelweg no-go-area’s. Daar staat dan weer tegenover dat u voor een stukje ‘onverhard’ niet hoeft om te rijden. Met uitzondering van de instapper (de achterwielaangedreven, handgeschakelde 2.0 D met 180 pk) hebben alle uitvoeringen 4×4. Die aandrijflijn is door Jaguar ontwikkeld, zij het met dankbaar gebruikmaking van de expertise van zustermerk Land Rover. Onder normale omstandigheden gaan alle aandrijfkrachten naar de achterwielen, waar nodig springen de voorwielen bij. Volgens Jaguar is de F-Pace ‘de meest praktische sportwagen ter wereld’, vandaar dat het onderstel is afgestemd op sportiviteit en niet op off road-gebruik. Dat dat laatste ook tot de mogelijkheden behoort, is niets meer dan bijzaak. Desondanks is iedere F-Pace voorzien van Adaptive Surface Response. Dat systeem herkent het type ondergrond en stemt daar de aandrijving op af. Een prettige wetenschap tijdens de wintersport.

Sportwagen. Het woord is gevallen. Als je als fabrikant zélf die claim neerlegt, moet je van goeden huize komen om hem ook waar te maken. Qua motoren zijn er weinig verrassingen, want de krachtbronnen zijn bij de hele Jaguar/Land Rover/Range Rover-familie in gebruik: een Ingenium 2.0 turbodiesel met 180 pk (430 Nm), een 3.0 V6 turbodiesel met 300 pk (700 Nm) en twee aluminium supercharged 3.0 V6 benzinemotoren met respectievelijk 340 en 380 pk (beide 450 Nm).

Wij reden de topuitvoering, de 380 pk-sterke 3.0 S AWD, en die zorgde – knus verscholen achter de hoge taillelijn – voor een gevoel van ultiem welbevinden. Op de prestaties valt niets af te dingen (0-100 km/u in 5,5 seconden, topsnelheid 250 km/u), de achttraps automatische versnellingsbak werkt voorbeeldig, het motorgeluid is hemeltergend mooi, de afwerking zoals je in een auto van deze klasse mag verwachten en de standaarduitrusting (inclusief Jaguars nieuwste infotainment systeem InControl Touch Pro) laat niets te wensen over. En toch… Echt sportief wil het maar niet worden, laat staan ‘sportwagen’. De elektronica in Dynamic Mode zetten, helpt ontegenzeggelijk. Maar hoewel de F-Pace is gezegend met een meer dan uitstekende wegligging, heeft hij net teveel body roll en te weinig stuurgevoel om het de Porsche Macan op dynamisch vlak moeilijk te maken. De Porsche is simpelweg de sportiefste van de twee. Daar staat tegenover dat de F-Pace u uiterst royaal bedient van rust, ruimte en comfort. En wees eerlijk: gaat daar niet stiekem uw voorkeur naar uit?

De prijzen van de Jaguar F-Pace lopen uiteen van € 54.880 voor de handgeschakelde tweeliter diesel, tot € 115.550 voor de 380 pk 3.0 V6 Supercharged First Edition. Leasen is mogelijk vanaf € 829 per maand.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)