24 september 2020

Tesla Model X 100D

Door Ewoud Hallebeek

Tesla lijkt permanent in het nieuws te staan. Is het niet vanwege de voortdurende leveringsproblemen van de Model 3, dan is het wel om de ongenuanceerde Twitter-uitlatingen van CEO Elon Musk. Hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind. Opvallend genoeg lijken de controverses eerder iets toe te voegen aan de ‘magie’ van Tesla, dan dat het afbreuk doet aan de vraag. Tesla’s zijn simpelweg niet aan te slepen. Advocatie reed met de Model X, die in ons land zo’n 40% van de verkopen voor zijn rekening neemt.

Tja, die leveringsproblemen… Model S en Model X zijn volop verkrijgbaar, maar bij de in april 2016 gepresenteerde Model 3 (de langverwachte Tesla voor de massa) verloopt de productie tamelijk moeizaam – en dan drukken we ons nog uiterst voorzichtig uit. Een typisch gevolg van het feit dat Tesla nauwelijks het start-up-niveau is ontstegen, de torenhoge vraag en – laten we het beestje gewoon bij de naam noemen – een portie onversneden grootspraak. En dan krijg je op enig moment de rekening gepresenteerd. Hoe dan ook, feit is dat door alle problemen Model 3 nog altijd geen voet aan Europese grond heeft gezet, ofschoon de Nederlandse importeur ons bezwoer dat de auto ‘begin 2019’ zal worden uitgeleverd. En dan te bedenken dat Model Y ook al is aangekondigd. Overigens, mocht u geen chocola kunnen maken van Tesla’s modelaanduidingen: er zit wel degelijk lijn in. S 3 X Y. Met de groeten van Elon.

Maar goed, de Model X: al in 2012 aangekondigd, maar door diverse aanloopproblemen pas in september 2015 geïntroduceerd. De techniek deelt hij met de Model S, zodat we wat dat betreft kortheidshalve verwijzen naar onze ervaringen met die auto. En ook qua uiterlijk heeft hij er veel van weg. Alsof iemand een S als een ballonnetje opblies en de ontwerpafdeling zei: ‘Niks maar aan doen.’ Het resultaat is een full-size SUV (zijn afmetingen komen overeen met die van de Audi Q7) met enigszins cartooneske proporties, maar per saldo staat er vooral een auto waar iedereen het ‘duur’ aan af ziet. En die niet, zoals het gros van zijn concurrenten, doet alsof hij ook op onverhard uit de voeten kan. Geen agressief voorkomen, geen extra bodemvrijheid, geen kunststof bumper- en spatschermverbreders – niets van dat al. De standaard vierwielaandrijving dient uitsluitend de veiligheid en om het vermogen zo effectief mogelijk op het asfalt te krijgen. Een tamelijk verfrissende benadering. En over bodemvrijheid gesproken: de luchtgeveerde Model X herkent aan de hand van GPS drempels en andere ‘verkeersremmende maatregelen’ op uw vaste woon/werkroute en anticipeert daarop door zo nodig de rijhoogte aan te passen. Handig.

Maar pratend over het uiterlijk kunnen we natuurlijk niet om het pièce de résistance van de Model X heen: de vleugeldeuren. Of Falcon Wings, zoals Tesla de elektrisch omhoog vouwende achterportieren noemt. Een gimmick? Natuurlijk, absoluut. Gekkigheid, wat u zegt. Maar heel stiekem ook gewoon supercool, want je moet wel een hele zure inborst hebben om er niet de lol van in te zien dat u hiermee ineens de Batman van de straat bent. Uw kinderen zullen u eeuwig dankbaar zijn. En u zult eindeloos demonstaties moeten geven en naar openvallende monden moeten kijken, voegen we daar eerlijkheidshalve aan toe. Shock and awe. Voor de enkele droogstoppel die alleen in de praktische kant van de zaak geïnteresseerd is: de Falcon Wings zijn verrassend handig in gebruik. Toegegeven, het ontsluiten gaat tamelijk traag, maar een ruimere toegang tot de achterbank (denk kinderzitjes) kunt u zich niet wensen. En ja, de deuren zijn in geval van nood handmatig te openen en zitten vol sensoren, zodat u geen angst voor lage parkeergarages hoeft te hebben. En alsof dat nog niet genoeg is: ze hebben maar 30 cm ruimte nodig om zich te kunnen ontvouwen. Alleen schuifdeuren nemen met minder genoegen, en daarmee wilt u écht niet geassocieerd worden.

De Model X is leverbaar in drie uitvoeringen, alle naar keuze als vijf-, zes- of zevenzitter. Als instapper fungeert de € 92.850 kostende 75D (328 pk, 525 Nm, 0-100 km/u in 6,2 sec, topsnelheid 225 km/u), die een actieradius heeft van 417 km. Daarna komt de 100D, met 417 pk en 660 Nm (0-100 in 4,9 sec, 250 km/u, 565 km), gevolgd door de P100D Ludicrous, die goed is voor 612 pk en 967 Nm (3,1 sec, 250 km/u) en een actieradius van 542 km.

Wij reden de 100D (€ 116.200) en hoewel meer vermogen altijd beter is, moeten we toegeven dat we die bijna 200 pk extra van de Ludicrous geen seconde hebben gemist. Hij rijdt hetzelfde als de Model S, heeft ook hetzelfde dashboard en een vergelijkbare uitrusting, maar dan met meer ruimte, een onwaarschijnlijk grote voorruit (de grootste uit de industrie zelfs) en comfort dat in kapitalen kan worden geschreven. Een sublieme reisgezel, mede dankzij de bagageruimte van 2.180 liter en een realistisch bereik van zo’n 450 km. Inmiddels lijkt Tesla ook op het gebied van kwaliteitsbewaking de nodige stappen te hebben gezet. Hadden wij bij de Model S nog het nodige te klagen over de afwerking, de door ons gereden X doorstond de vergelijking met andere premiummerken glansrijk. Niveau Volvo, laten we het daar op houden. Het enige dat ons echt dwars zat, waren de 22-inch wielen (€ 5.800), die we u ten zeerste zouden afraden. Ze staan prachtig, maar doen onevenredig veel afbreuk aan het veercomfort, terwijl de auto er niet significant beter mee stuurt.

De Model X was lange tijd alleenheerser op de markt voor volledig elektrische premium-SUV’s. Maar daar komt nu in rap tempo verandering in. Jaguar trapte vorige week af, met de introductie van de i-Pace: voorzien van een 90 kWh accupakket, vierwielaandrijving, 400 pk en 696 Nm (0-100 in 4,8 sec, top 200 km/u) en met een actieradius van 543 km. Met een vanafprijs van € 80.330 een tegenstander waar ze bij Tesla wel even wakker van zullen liggen. Maar zonder vleugeldeuren.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)