24 september 2020

Land Rover Discovery Sport 2.0 TD4 180

Door Ewoud Hallebeek

Stel: u bent in de markt voor een gezins-SUV. Liefst met enig aanzien, want dat geniet nu eenmaal uw voorkeur, maar zonder daarin door te slaan, want maatschappelijk ongewenst. Natuurlijk kunt u dan een BMW- of Audi-showroom binnenstappen, om u vervolgens – na achterlating van ten minste € 55.000 – met uw versverworven X3 of Q5 onder te dompelen in totale anonimiteit. Of u geeft 12K minder uit en opteert voor een Land Rover Discovery Sport. Een lastig dilemma?

Ruime SUV’s. Je ziet zo langzamerhand door de bomen het bos niet meer. En dan te bedenken dat het er alleen nog maar meer gaan worden. Trendwatchers stellen dat de SUV-markt nog lang niet is verzadigd en voorspellen een groei van nog eens 40%. Geen wonder dat ieder zichzelf respecterend merk inmiddels zo’n model in het portfolio heeft, of er binnenkort (Alfa Romeo, bijvoorbeeld) mee op de proppen zal komen. Money talks.

Dat maakt de keuze er echter bepaald niet eenvoudiger op. Laat staan goedkoper. De BMW X3 en de Audi Q5 hebben we al genoemd, maar wat te denken van de Volvo XC60 (€ 50.000) en de Kia Sorento (€ 50.000 – en u dacht dat dat een sneu wel-willen-maar-niet-kunnen-merk was)? Dat zet de vanafprijs van de Discovery Sport (€ 43.750) ineens in een heel ander daglicht. Een Land Rover voor Hyundai-geld (de Santa Fe is er vanaf € 42.000), om het maar eens ondiplomatiek uit te drukken, en dat alleen al zou voldoende moeten zijn om hem op uw short list te zetten.

Wat u voor dat geld krijgt? In ieder geval geen vierwielaandrijving, want de goedkoopste 4×4 staat voor € 48.110 in de prijslijst. Of dat iets afdoet aan de begeerlijkheid van deze instap-LaRo (de Freelander is niet meer), is een kwestie van persoonlijke voorkeur. In onze optiek is een voorwielaandrijver de naam Land Rover ten enenmale onwaardig. Anderzijds verlaat het gros der SUV-kopers nooit de verharde weg en kun je er een boom over opzetten in hoeverre integrale aandrijving in ons vlakke kikkerlandje daadwerkelijk van toegevoegde waarde is.

Even opvallend is dat de goedkoopste Disco’s allemaal zijn voorzien van een van Jaguar afkomstige 2.0 viercilinder turbodiesel (150 of 180 pk). Benzine rijden is pas mogelijk vanaf € 62.750, hetgeen dan weer alles te maken heeft met Co2-uitstoot en de daaraan verbonden strafbelasting. In dat verband: een aantal uitvoeringen heeft de toevoeging ‘E-Capability’ gekregen, maar maak niet de vergissing te denken dat daarachter moderne hybride techniek schuil gaat. Dat is niet het geval, het staat slechts voor ‘zuiniger dan dit konden we hem niet maken’. En dat brengt ons op een serieus minpunt. De door ons geteste 2.0 TD4 180 4WD HSE heeft volgens Land Rover een gemiddeld verbruik van 1 op 20. Wij kwamen – rustig met het verkeer meerijdend, met inachtneming van de snelheidslimieten en grotendeels op de snelweg – tot 1 op 11. Een bijna beschamend groot verschil. Dat zou zo erg nog niet zijn (we hebben het per slot van rekening over een forse auto, met een leeggewicht van bijna 2 ton) als de tank maar groot genoeg was. Helaas herbergt het reservoir slechts 54 liter, waardoor je in de praktijk al na zo’n 450 km naar een tankstation begint om te kijken. Een ronduit onacceptabele actieradius.

Dat steekt eens temeer omdat de Discovery Sport, die veel techniek deelt met de Range Rover Evoque, zo’n voortreffelijke reisgenoot is. Comfortabel, stil, ruim (hij is er zelfs als zevenzitter), mooie materialen, prima afgewerkt, een indrukwekkende standaarduitrusting en met een vertrouwenwekkend weggedrag. Tip: beding bij uw aankoop een kosteloze software-update van het navigatiesysteem. In onze auto kende het systeem de nieuwe A4 (Den Haag-Rotterdam) niet, en dat doet toch afbreuk aan het premiumgevoel dat de Discovery Sport ontegenzeggelijk biedt.

Daar levert de zijdezacht schakelende negentraps (!) automatische versnellingsbak overigens een niet te onderschatten bijdrage aan. De flippers achter het stuur lijken een tamelijk overbodig modernisme, want wie gaat er nou eens lekker een stukje gummen met een Land Rover, maar zullen op onverhard, waar het zelf kunnen kiezen van een versnelling tot de topprioriteiten behoort, hun waarde bewijzen. Met het verscheiden van de Defender heeft de 4×4 Discovery immers het vaandel overgenomen van beste offroader uit de Land Rover-stal. De ultrakorte voor- en achteroverhang zijn dan ook geen (althans: niet alleen) geinig ontwerpdetail, maar dienen daadwerkelijk een praktisch doel, namelijk het bedwingen van steile hellingen. Voeg daarbij het standaard Terrain Response-systeem, Hill Descent Control (tezamen een soort ‘terreinrijden voor dummies’) en een maximale doorwaaddiepte van 60 cm, en het moge duidelijk zijn dat de Discovery Sport op elke ondergrond een tegenstander van formaat is. Kom daar maar eens om bij zijn modieuze Duitse en Aziatische concurrenten.

Zoals gezegd, de Discovery Sport is verkrijgbaar vanaf € 43.750 (leasen is mogelijk vanaf € 725 per maand). Voor dat bedrag koopt u een hele echte Land Rover, boordevol karakter. Daarmee is wat ons betreft het dilemma uit de eerste alinea een absolute no brainer.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)