25 september 2020

DS 7 Crossback 1.6 PureTech 225

Door Ewoud Hallebeek

In 2010 begon Citroën ineens de toevoeging ‘DS’ te gebruiken voor de high-end uitvoeringen van haar modellen. Sinds 2015 is DS echter een zelfstandig merk, zoals AMG dat is van Mercedes-Benz, Abarth van Fiat, of Polestar van Volvo. Waar echter alle andere submerken zich vol overgave richten op sportiviteit, zet DS zichzelf vooral in de markt als elegant-modieus. En ‘premium’, want dat is nu eenmaal de Pavlov-reactie van elke fabrikant. Advocatie reed met de vorig jaar geïntroduceerde DS 7 Crossback.

De originele (Citroën) DS stamt uit 1955 en vergaarde bij ons vooral bekendheid als Snoek. Een automobiel icoon, zowel technisch als esthetisch. Wat meteen verklaart waarom de PSA-groep – bestaande uit Citroën, Peugeot en Opel – de twee letters omarmde als nieuwe merknaam. De vraag is echter of ze anno 2019, nota bene 64 jaar (!) na de oorspronkelijke ingebruikneming ervan, nog steeds begeerte oproepen. PSA mag dan nadrukkelijk de link naar het verleden leggen en wijzen op het ‘avantgardistische karakter’ ervan, maar jongeren zullen DS vooral associëren met Nintendo en je kunt je afvragen of je daar als autobouwer nu zo veel verder mee komt. Maar het is een experiment, geven ze in Frankrijk zelf toe, vooral in het leven geroepen met het oog op de Chinese markt en het succes van de Duitse topmerken aldaar. En experimenten moet je de tijd geven. Vooralsnog bestaat het DS-portfolio uit twee modellen (de 3 en de 7), maar dat zal, als we de Fransen mogen geloven, in rap tempo veranderen.

Zoals gezegd, waren de eerste moderne DS-en vooral duurdere uitvoeringen van gewone Citroëns. De 7 Crossback is de eerste die daadwerkelijk als ‘DS’ (in het Frans uitgesproken als ‘déesse’, wat godin betekent) is ontwikkeld, zij het met ruimhartige toepassing van bekende PSA-techniek. Ivo Groen was verantwoordelijk voor het design en de Nederlander leverde wat ons betreft een puike prestatie. De achterzijde mag dan wat non-descript zijn, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door het krachtige front en de fraaie ontwerpdetails. Wat te denken bijvoorbeeld van de LED-koplampen, waarvan de lenzen een pirouette maken als u de auto ontgrendelt, als een hondje dat begint te kwispelen als hij zijn baas ziet naderen? Of het klokje dat zich bij het starten uit het dashboard opricht? Volkomen overbodig, maar het tekent wel het plezier dat de makers hadden en de vrijheid die hen werd gegund.

Dat blijkt ook uit het interieur, waar diamantvormige lijnen de boventoon voeren: werkelijk álles is in Wybertjesvorm gegoten. Enigszins vergezocht, op het vermoeiende af zelfs, maar dat er een merk is dat vorm zo schaamteloos boven functie stelt, is ook wel weer verfrissend. Italianen leken daar van oudsher patent op te hebben, maar Citroën (sorry: DS) laat zien dat Franse flair en joie de vivre niet moeten worden onderschat. En dat de ergonomie daar dan zwaar onder te lijden heeft (het dashboard is in dat opzicht echt een zooitje), nemen we graag voor lief. Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden. Zoals dat ook gold voor de allereerste DS, inderdaad.

Volgens DS is de 7 Crossback ‘een karakteristieke auto met ideale proporties’ en daarmee ‘een perfecte mix van kracht en sensualiteit’. Dat u het maar even weet. Overigens zouden wij u, in het kader van die ‘ideale proporties’, de optionele 20-inch wielen (€ 550) ten zeerste aanbevelen, terwijl u daarnaast eigenlijk altijd de kleur Or Byzantin (€ 990) zou moeten kiezen. Reflexmatig grijs of zwart aankruisen, doet de auto geen recht.

De DS 7 Crossback is een midsize cross-over, met een lengte van 4,57 meter. Dat is tamelijk gemiddeld: 10-20 cm langer dan een BMW X2, een Audi Q3 of een Volvo XC40, maar 6 cm korter dan een Lexus NX 300h, om maar eens wat directe concurrenten te noemen. Breed is hij wel: met 1,91 m. steekt hij alle anderen naar de kroon.

De voorwielaangedreven 7 Crossback staat op het zelfde EMP2-platform als de Peugeot 508 en 3008, de motoren zijn de bekende PSA-viercilinders die in talloze Peugeots en Citroëns figureren: drie PureTech benzineversies (een 1.2 met 130 pk en twee 1.6’s met respectievelijk 180 en 225 pk) en twee BlueHDi diesels (een 1.5 met 130 pk en een 2.0 met 180 pk). De komst van een 300 pk-sterke, vierwielaangedreven plug-in hybride (de e-Tense) is al wel aangekondigd, maar hoeft u op zijn vroegst pas over een jaar in de showroom te verwachten.

De instappers hebben een handgeschakelde zesbak, alle andere uitvoeringen zijn uitgerust met de van Peugeot afkomstige EAT8 achttraps automaat. Ten slotte zijn er zes uitrustingsniveau’s: naast de Performance Line, de Business en de Executive, zijn er de Chic, de Be Chic en de So Chic. Een Le Freak ontbreekt, maar we mogen hopen.

Wij reden de snelste versie (225 pk, 300 Nm, 0-100 km/u in 8,2 sec, topsnelheid 234 km/u) met Performance Line-pakket. Dat betekent een bijna volledig in alcantara ondergedompeld interieur, met veel aluminium accenten. Hier en daar is goedkoop aandoend plastic te bespeuren, iets wat je bij Audi nooit zult tegenkomen, maar het geheel is zonder meer smaakvol te noemen. Het zit allemaal net aan de goede kant van kitsch, en het valt de ontwerpers te prijzen dat ze die dunne scheidslijn durfden te bewandelen. De afwerking is prima en op de gebruikte materialen valt weinig af te dingen, maar het label ‘premium’ verdient de leefruimte nog niet. Het ultieme verwengevoel ontbreekt simpelweg. Het enorme HD-touch screen (12,3 inch!) is fraai, met heldere en moderne graphics, maar de menustructuur is onoverzichtelijk en verre van intuïtief.

Daar staat tegenover dat het in de ‘7’ heerlijk voortzoeven is. De auto is stil, ruim, uiterst comfortabel (de veer/demper-combinatie is een van de fijnste die we de laatste tijd zijn tegengekomen) en gezegend met een prettig royale standaarduitrusting. Een elektrisch verstelbare achterbankleuning – kom daar elders in deze klasse maar eens om. Waren we bij de Peugeot 508 maar matig te spreken over de samenwerking tussen motorblok en versnellingsbak, in de DS 7 Crossback was daarvan geen sprake. Met dank aan de sterke viercilinder, die veel beter past bij deze automaat. De EAT8-gangwissel behoort nog altijd niet tot de wereldtop, maar in deze door ons gereden configuratie was het een aangename metgezel. Sportiviteit hoeft u er overigens niet van te verwachten, ook niet in met alle systemen in ‘sport’. Dat levert alleen meer motorgeluid op (en nep bovendien, want via de speakers) plus een iets zwaardere besturing, maar de gasrespons en het schakelgedrag zijn in die stand weinig verfijnd, terwijl de voorwielen bij accelereren veel te snel doorslaan. Wij kwamen er dan ook snel weer van terug. Comfort, dát is zijn ding. Typisch Citroën, zouden wij haast zeggen.

De DS 7 Crossback is verkrijgbaar vanaf € 39.990. Dieselen kan vanaf € 43.390. De duurste uitvoering (de BlueHDI 180 So Chic) kost ‘kaal’ 58 mille. Vink links en rechts wat leuke accessoires aan en u doorbreekt met speels gemak de 70K-grens. Daarmee bevindt u zich opeens royaal binnen schootsafstand van de Volvo XC60, de Mercedes-Benz GLC, de Range Rover Evoque, de Alfa Romeo Stelvio, de Jaguar E-Pace en de BMW X4.

Waarmee we maar willen zeggen dat voor dat soort bedragen heel veel leuks te koop is. Maar dat zijn dan veelal de clichématige alternatieven, terwijl de DS 7 Crossback vooral toont dat u out of the box durft te denken. En dat is een even valide aankoopargument als elk ander.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)