24 september 2020

Range Rover Velar D240

Door Ewoud Hallebeek

Voor wie my first Range Rover (de Evoque) is ontgroeid, maar de stap naar de veel grotere en vooral ook veel duurdere Sport te groot vindt, heeft Land Rover sinds vorig jaar de Range Rover Velar. Advocatie onderzocht hoe passend die oplossing is.

Autofabrikanten zijn nooit te beroerd de – al dan niet vermeende – white spots in hun modellenportfolio in te vullen, maar eerlijk is eerlijk: het gat tussen de Range Rover Evoque (vanaf € 46.900) en de Sport (vanaf € 93.975) viel niet te ontkennen. De nieuwe Velar, met een vanafprijs van € 74.200, positioneert zich keurig in het midden en heeft alleen al op grond van die vaststelling bestaansrecht. Dat hij in alle opzichten volwassener aanvoelt dan de in 2011 geïntroduceerde Evoque, waarvan de vormgeving in onze ogen de uiterste houdbaarheidsdatum wel zo’n beetje heeft bereikt, volgt uit de aard der zaak.

Het ligt voor de hand om de concurrentie te zoeken in de SUV-hoek (Audi Q5, BMW X3 en Mercedes GLC), maar Land Rover zegt vooral bezitters van stationwagens uit het hogere segment (denk Audi A6, Volvo V90 en BMW 5 Touring) op het oog te hebben, die – letterlijk – een stapje hogerop willen. Vandaar het lage, gestrekte silhouet, om de beoogde doelgroep niet bij voorbaat af te schrikken. En de Porsche Macan dan?, horen wij u denken. Daarvoor heeft Land Rover de Jaguar F-Pace, die een nadrukkelijk sportiever karakter heeft dan de meer op comfort gerichte Velar. Overigens delen de Velar en de F-Pace het zelfde platform, maar dat geheel terzijde. Nog een terzijde (omdat een mens nu eenmaal nooit te veel triviale kennis kan hebben): de naam Velar – afgeleid van het Italiaanse ‘Velare’, wat ‘verbergen’ betekent – werd in 1969 achterop de allereerste Range Rover-prototypes geplakt in een poging hun ware identiteit te verhullen.

Over het uiterlijk kunnen we kort zijn: de Velar is simpelweg prachtig, met strakke, vloeiende lijnen en moderne details als elektrisch uitschuifbare deurgrepen en LED-verlichting. De auto projecteert zich groter op het netvlies dan hij daadwerkelijk is (4,8 meter; even lang als een Ford Mondeo, om maar eens wat te noemen, en 10 cm korter dan een BMW 5-serie) en is, met zijn hoge, brede neus, bepaald een indrukwekkende verschijning. Omstanders herkennen hem onmiddellijk als ‘duur’, maar dat is vooral een Range Rover-dingetje.

Over het algemeen zijn Range Rovers een toonbeeld van distinctie en goede smaak, maar de Velar gooit het over een iets andere boeg. Wij weten natuurlijk niet hoe uw badkamer eruit ziet, maar de koperen (!) exterieuraccenten riepen bij ons vooral het beeld op van vergulde badkranen, manshoge witte porseleinen Deense doggen en andere Trump Tower-chic. Wij zouden dan ook altijd opteren voor één van de Exterior Packs (rond de € 1.000) en de boel in aluminium of zwart laten uitvoeren. Het zelfde geldt voor het interieur. Onze testauto was een orgie van wit leer en daar moet je van houden. Waarmee we maar willen zeggen dat het op de details aankomt.

Over de leefruimte gesproken: het ‘normale’ dashboard bestaat uit een TFT-scherm, terwijl de middenconsole is gemodelleerd rond twee 10-inch HD touch screens. En dan zijn er ook nog twee iPod-achtige bedieningselementen op het stuur, die aanrakingsgevoelig zijn en die je dus vaak onbedoeld met je duim activeert. Het ziet er bijzonder futuristisch uit en de graphics zijn werkelijk oogstrelend, maar erg overzichtelijk is het allemaal niet. Het systeem vervangt alle (!) gebruikelijke drukknoppen en dat betekent dat je je constant een weg moet banen door het imposante menu (een vanzelfsprekend gevolg van de waslijst aan functies) en de weliswaar logische, maar weinig intuïtieve bediening. Hoe mooi en indrukwekkend ook, daarmee schiet het wat ons betreft toch een beetje zijn doel voorbij. Het toont eigenlijk vooral aan dat de grens is bereikt van wat je, al rijdend, op de tast kunt en wilt doen. Het slokt simpelweg te veel van je aandacht op.

De Velar is leverbaar met vijf motoren, in alle gevallen voorzien van een 8-traps automaat. Voor benzinerijders is er een 2.0 viercilinder turbo met 250 pk en een 380 pk sterke 3.0 V6 Supercharged. Kilometervreters en/of paardentrailertrekkers hebben de keuze uit twee 2.0 viercilinder turbodiesels (180 of 240 pk) of de begerenswaardige 3.0 V6 twinturbo met 300 pk en niet minder dan 700 Nm.

Wij reden de tweeliter diesel met 240 pk. Die deed keurig zijn werk en leverde idem prestaties (0-100 km/u in 7,3 seconden, topsnelheid 217 km/u), maar erg weldadig wilde het niet worden. Van behelpen was geen sprake, in tegendeel, maar een Range Rover koop je nu eenmaal niet alleen omdat hij zo leuk matcht met de Johnny Loco-bakfiets. Je koopt hem vooral om jezelf te verwennen. En daar hoort dan gewoon een V6 bij, ofschoon wij de eersten zijn om te erkennen dat dat vooral ook een budgetkwestie is.

Land Rover belooft voor de D240 een gemiddeld verbruik van 1 op 17,2. Wij kwamen uit op 1:12,4 en dat is alleszins acceptabel voor een ruim 1.800 kg wegende auto van dit formaat.

De Velar heeft standaard een adaptief onderstel (de zescilinders hebben daarnaast ook luchtvering) en dat betekent dat je uit diverse rij-modi kunt kiezen. Onze autojournalistieke reflex was direct de Sport-instelling te activeren, maar daar kwamen we al snel weer van terug. Hoge bochtsnelheden zijn – zeg maar – niet echt zijn ding. Hij is er wel toe in staat, maar zijn karakter past veel meer bij de Comfort-stand. Daarin beweegt de Velar zich majesteitelijk voort en geniet u van de rust en de ruimte, de royale uitrusting en het (optionele) 1.600 Watt Meridian audiosysteem met 22 speakers.

Zoals het een ware Range Rover betaamt, is de Velar een volwaardige terreinauto. Dankzij de diverse  off road-instellingen en elektronische hulpmiddelen als Terrein Response (op het beeldscherm selecteert u het type terrein dat moet worden overwonnen, de computer doet de rest) en All Terrain Progress Control (een soort terrein-cruise control) zult u zelden tot nooit voor verrassingen komen te staan.

Zoals gezegd is de Velar verkrijgbaar vanaf € 74.200. Daarvoor krijgt u heel veel auto en een hele echte Range Rover bovendien. Maar er zit wel een addertje onder het gras. Niet alleen de opties, die het leven aan boord ontegenzeggelijk veraangenamen, maar er ook voor zorgen dat de 100K-grens met stuitend gemak doorbroken wordt. Punt is: dat in ogenschouw nemende, bevindt u zich al snel in Range Rover Sport-gebied. Die in alle opzichten toch net een stapje hoger op de maatschappelijke ladder staat. En bovendien maar 5 cm langer, 4 cm breder en 1 cm hoger is. Kleine verschillen, net wat u zegt. Wij wensen u veel wijsheid toe.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)