2 november 2020

Volledig elektrisch op vakantie, kan dat?

Door Ewoud Hallebeek

‘Leuk hoor, maar in de zomervakantie heb je er niks aan.’ Zie daar de standaardreactie van sceptici op de immer toenemende populariteit van elektrische auto’s. Feit of fictie? Wij namen de proef op de som en gingen met een Tesla naar Frankrijk.

De afgelopen jaren hebben wij heel wat EV’s aan een praktijktest onderworpen. Maar die beproevingen vonden altijd plaats in Nederland, dat – met ruim 60.000 laadpunten – zo ongeveer de grootste laadpaaldichtheid van het westelijk halfrond heeft. Op iedere hoek van de straat staat inmiddels zo’n nuttige voorziening, terwijl tankstations, winkelcentra, attractieparken, restaurantketens en transferia de beste parkeerplaatsen hebben gereserveerd voor oplaadbehoeftigen. Wil je altijd vooraan staan bij de Ikea? Koop een stekkerauto. Die infrastructuur zouden we bijna voor lief nemen en maakt dat kritische opmerkingen als ‘maar je kunt er niet mee naar de Côte d’Azur’ veelal schouderophalend worden afgedaan. Cynici houd je immers altijd. Tuurlijk, sommige elektrische auto’s (denk Mini Electric) hebben een zeer beperkte actieradius, maar vandaag de dag is een realistisch bereik van 400 km bepaald geen uitzondering meer. En wie rijdt er nu meer dan 400 km (lees: vier uur) aan één stuk? Over het algemeen stop je na twee, drie uur om de benen te strekken, een broodje te eten of de kinderen te laten uitrazen. In dat half uur laad je de auto voor de volgende etappe op en klaar ben je.
 
Of toch niet? De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we eigenlijk geen idee hebben. We zijn nog nooit met een EV over de landsgrenzen getrokken, dus roepen we feitelijk maar wat. Tijd voor een stukje onderzoeksjournalistiek naar de mensen toe en de koe bij de hoorns te vatten. Op naar Frankrijk, om The Amazing Stroopwafels maar eens te parafraseren.

De Tesla-importeur is zo vriendelijk om ons te voorzien van een Model X Long Range, met een WLTP-bereik van 505 km. Dat biedt perspectief, want onze vakantiebestemming (de Champagne, ten oosten van Parijs) bevindt zich op 480 km rijden van huis en dus hebben we onderweg maar één ‘tankstop’. De avond voor vertrek koppelen we de auto aan een publieke laadpaal. De accu is voor de helft leeg en natuurlijk willen we ‘vol’ vertrekken.

De volgende dag begint met een onaangename verrassing: de laadpaal blijkt een storing te hebben gehad en van opladen is niets terechtgekomen. Ja, dat hadden we kunnen zien als we de Tesla-app op onze telefoon hadden geraadpleegd, maar in alle hectiek is ons dat ontschoten. Uitstel van vertrek, om de auto elders een paar uur op te laden, is geen optie, en dus zetten we onze eindbestemming in het navigatiesysteem, klikken de versnellingspook in D en hopen er het beste van.

De navigatie adviseert een laadpauze bij het Supercharge-station (Tesla’s eigen snellaadsysteem) in het Belgische Kortrijk. Dat is ruim 200 km rijden, dus daar valt mee te leven. Een half uur later verschijnt op het dashboard de mededeling dat we onze snelheid onder de 115 km/u moeten houden omdat we anders voortijdig ‘leeg’ komen te staan. Dat tempert de feestvreugde toch enigszins. Met de cruise control veiligheidshalve op 108 km/u zien we 2,5 uur later het bekende Tesla-logo aan de horizon verschijnen. Een zucht van verlichting. We hebben 8% accucapaciteit over en dat voelt alsof we bijzonder scherp aan de wind hebben gezeild. Het navigatiesysteem stuurt ons het desolate terrein van de (wegens corona volledig verlaten) Expohallen op, waar we inderdaad in de verte een rijtje Superchargers zien staan. Helaas wordt ons de toegang ontzegd en moeten we eerst een parkeerkaart kopen. Daarvoor dienen we ons binnen te melden, maar die kleine hindernis nemen we graag. Stroom!

Als we de kabel hebben aangesloten, zien we dat we naast een McDrive en een Pizza Hut staan. Die parkeerkaart was dus helemaal niet nodig geweest als we via de andere kant waren binnengereden. We lunchen met een pizza en een waterijsje, doen een sanitaire stop en vervolgen na een uur onze weg. De actieradius staat op 485 km. Het tweede en laatste deel van de reis verloopt vlotjes. Met 165 km ‘over’ arriveren we op onze bestemming. Wat nou ‘je kunt er niet mee op vakantie’? Makkelijk!

Die positieve stemming slaat echter al snel om. Ons vakantieverblijf ligt in the middle of nowhere; heerlijk rustig en idyllisch, en volledig corona-proof bovendien, maar ook ver verwijderd van alle voorzieningen, waardoor na twee keer boodschappen doen onze auto nog maar 120 km bereik heeft. Tijd om te laden. Maar waar? Internet leert ons dat de dichtstbijzijnde laadpaal zich op 35 km afstand bevindt en opladen aan het stopcontact mag niet van onze beheerder (te duur en te belastend voor het elektriciteitsnetwerk). In dit grotendeels agrarische gebied zijn elektrische auto’s simpelweg non-existent en laadpalen (dus) ook. Dat is natuurlijk een kip/ei-verhaal, maar dat doet niets af aan het feit dat wij met onvervalste range anxiety worden geconfronteerd. Hartstikke geinig dat hier nog de monden openvallen van vleugeldeuren (sic), maar we kopen er niks voor. En dan te bedenken dat ieder dorp een tankstation heeft, dat wij jaloers passeren.

Uiteindelijk rijden we als op eieren naar de dichtstbijzijnde Supercharger, 50 km verderop. Met 1% acculading (!) resterend, gaat de auto aan de stekker. We maken er maar een gezinsuitje van en kijken tijdens het opladen naar een kinderfilm op het grote centrale scherm (alle Tesla’s hebben een Netflix-abonnement, de sublieme geluidsinstallatie doet de rest). De kinderen voorin met een bakje chips op schoot, en de drive-in-ervaring is compleet. Als de film is afgelopen, hebben we 430 km ‘getankt’ en laten we het deprimerende industrieterrein achter ons. Eind goed al goed, maar liever hadden wij gewoon aan het zwembad gelegen.

Door het gebrek aan laadmogelijkheden zijn wij tamelijk beperkt in onze opties. Zo maar een dagje toeren, voelt als een ongewisse sprong in het diepe en durven we alleen aan met een zo goed als volle accu. Met zo’n 100 km actieradius op het digitale scherm, ondernemen we weer een Supercharge-actie. Dat kost ons weer een halve dag. Daags voor vertrek melden we ons opnieuw, omdat we dit keer wél ‘vol’ van start willen. De eerst zo norse Franse beveiligingsbeambte groet ons inmiddels. De terugreis verloopt bijna saai: één laadstop (in Lesquin) volstaat. Ook dit keer een zielloos parkeerterrein, waar we bij het aanpalende Novotel een sfeerloze lunch nuttigen.

De conclusie? De vakantiereis an sich is met een elektrische auto prima te doen. Langs de grote snelwegen zijn voldoende laadmogelijkheden om soepel en zonder al te veel vertraging van A naar B te komen. Laden gaat langzamer dan tanken, maar het is vakantie, dus u heeft geen haast. In het uiterste geval boekt u een overnachting. De plaats van bestemming is echter een ander verhaal. Natuurlijk hadden wij ons van tevoren moeten verdiepen in de laadmogelijkheden, maar dat neemt niet weg dat sommige bestemmingen simpelweg (nog) ongeschikt zijn om met een EV aan te doen. Goed geïnformeerd op weg voorkomt een hoop stress. Ook voor wat betreft de passen die nodig zijn om publieke laadpalen te activeren. In een aantal landen volstaan de passen van Nederlandse providers, maar van een ‘Europese dekking’ is nog geenszins sprake. Dat zal in de toekomst, dankzij het Europese initiatief e-clearing.net, anders zijn, maar tot die tijd verdient het aanbeveling u te informeren via uw dealer of leasemaatschappij, de ANWB, of gespecialiseerde websites, waarvan er talloze te vinden zijn. Wij maakten (noodgedwongen) uitsluitend gebruik van Superchargers, waar alle Tesla’s toegang toe hebben, maar dat geldt dus niet voor álle EV’s.

En dan de Tesla Model X, tot slot. Een voorbeeldige reisgenoot. Stil, krachtig, ruim, comfortabel en uiterst gebruiks- en kindvriendelijk. Ons exemplaar stak strak in elkaar, was wars van piepjes en kraakjes en sloeg geen klap verkeerd. En wist keer op keer een grote lach op ons gezicht te toveren. Waar andere merken zichzelf bloedserieus nemen, brengt Tesla de humor in het spel. Bij het richting aangeven getrakteerd worden op een harde scheet door de speakers? Een open haard op het grote aanraakscherm? Een karaoke-machine? Navigatiekaarten die doen alsof je je op Mars bevindt? Tesla heeft het – en meer. Daar wordt het geen betere auto van, maar wel een leukere.

(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)