Citroën C5 X Hybrid 225
Autofabrikanten voorzien in de nabije toekomst een verkoopterugval van de nu nog razend populaire SUV. Te groot, te duur, te overbodig. Citroën sorteert op deze glazenbolwijsheid voor met de introductie van de C5 X.
Citroëns nieuwste vlaggenschip combineert volgens zijn makers ‘de elegantie van een berline’ en ‘de dynamiek van een stationwagon’ met ‘de hoge zitpositie van een SUV’. Dat doet een eclectisch lijnenspel vermoeden, waar de honden geen brood van lusten. De Fransen hebben zich echter van hun beste kant laten zien, want de C5 X mag dan geen schoonheid in de klassieke zin van het woord zijn, het ontwerp nestelt zich (toegegeven: na enige gewenning) wel degelijk prettig op het netvlies. Dat het een beetje vlees noch vis is, doet daarbij niet zo ter zake. Het is geen SUV, want daarvoor is hij te laag, en het is ook geen station, want daarvoor loopt de daklijn te stijl af en staat hij te hoog op zijn poten. Een typische cross over dus, met shooting brake-achtige trekjes en hoe dan ook anders dan anders. Een straaltje zon in het huidige, door verzengende eenvormigheid geteisterde automobiele landschap, waar niemand (fabrikant noch koper) buiten de lijntjes durft te kleuren. En prima passend in Citroëns onconventionele modelhistorie (denk 2CV, DS en CX). Hulde dat het merk met de double chevron eindelijk weer eens boven het maaiveld durft uit te kijken.
Aan de andere kant is pragmatisme ook Citroën niet vreemd. China is verkoop-technisch nog altijd het Beloofde Land. En laten ze daar nu (rare jongens, die Chinezen) nauwelijks geïnteresseerd zijn in SUV’s. Enter de C5 X, die in China (waar de auto overigens ook van de band rolt) voor flinke verkoopcijfers moet zorgen. En ach, als je hem tóch hebt, kun je hem net zo goed naar Europa halen, nietwaar? Daarbij mag het nauwelijks een verrassing heten dat de C5 X nauw verwant is aan de C5 Aircross, die al even Aziatisch georiënteerd is. Hij staat op hetzelfde platform en deelt veel technische componenten, maar is 30 cm langer, 20 cm lager en heeft een 5 cm grotere wielbasis.
De voorwiel aangedreven C5 X is leverbaar als benzine en als plug-in hybrid, die gebruik maakt van bekende Stellantis-techniek. Prefereert u 100% fossiel, dan heeft u de keuze uit twee motoren: een 1.2 driecilinder turbo met 130 pk (0-100 km/u in 11,3 seconden, topsnelheid 196 km/u), of een 1.6 viercilinder turbo met 181 pk (8,2 sec, 216 km/u). De Hybrid combineert de 1.6 met een 110 pk elektromotor, wat een systeemvermogen van 225 pk oplevert. Goed voor een topsnelheid van 225 km/u en het standaardsprintje in 8,9 seconden. Dankzij het 12,4 kWh lithium-ion accupakket heeft u een elektrisch bereik van 55 km, met een maximumvaart van 135 km/u. Opladen neemt iets meer dan twee uur in beslag. Diesels zijn er niet en komen er ook niet. Over de komst van een 4×4 met 300 pk (in navolging van zustermodel Opel Grandland) of een volledig elektrische versie (het platform is er geschikt voor), hult Citroën zich vooralsnog in stilzwijgen. Welke uitvoering u ook kiest, u krijgt er altijd een achttraps automaat en 19-inch lichtmetalen wielen bij.
Wij reden de 225 pk sterk Hybrid en waren onder de indruk van het comfort. Met de C5 X heeft Citroën alle compromissen overboord gezet en zo veel mogelijk teruggegrepen naar haar oude kernwaarde: de vliegend-tapijt-ervaring. Werkelijk álles staat in dienst van het algeheel welbehagen, inclusief de banden, die met hun afwijkende maat 205/55-19 voldoende ‘wang’ hebben om een substantiële bijdrage aan het veercomfort te leveren. Sensoren tasten continu het wegdek af en sturen de actieve schokdempers aan, waarbij er voor elk wiel afzonderlijk de meest comfortabele veer- en dempingscombinatie wordt gekozen en er bovendien al wordt geanticipeerd op wat komen gaat. Het systeem beperkt overhellen in de bocht en houdt onder alle omstandigheden de wagenhoogte gelijk; ook bij zware belasting. Citrofielen die nog altijd treuren om het verscheiden van het hydraulische veersysteem van weleer, zullen zich eindelijk gehoord voelen. Dubbel glas zorgt ervoor dat geluiden van buiten ook daadwerkelijk buiten blijven. De stoelen zijn fauteuils en er is ruimte te over. Achterin is de beenruimte zelfs ronduit riant te noemen.
Het effect is tamelijk bijzonder. In de Comfortstand worden kuilen, richels, putten en hobbels gladgestreken alsof ze er niet zijn. Wij betrapten onszelf er na verloop van tijd zelfs op nauwelijks nog gas terug te nemen voor verkeersdrempels – de C5 X loste het toch wel op.
En dat dan ook nog eens in volmaakte stilte, want met een elektrisch bereik van zo’n 50 km kun je in de dagelijkse praktijk prima uit de voeten. Een enkeltje woon-werk overstijgt zelden die afstand en dan is het een kwestie van opladen in de kantoorparkeergarage, om ’s avonds al even stil weer naar huis te zoeven. Mocht de reis langer duren, of rijdt u harder dan 135 km/u, dan neemt de benzinemotor het over. Dat gaat weliswaar uiterst soepel (als u in een geanimeerd gesprek verwikkeld bent, is de kans groot dat het hele proces aan u voorbij gaat), maar toch, helemaal perfect is de aandrijflijn niet. Bij het optrekken vanuit stilstand ging er in onze testauto steevast een kleine siddering door de voorwielophanging. Héél licht. Maar onmiskenbaar.
Binnenin is het aangenaam vertoeven. De ergonomie laat hier en daar wat steken vallen, maar dat wordt gecompenseerd door de royale uitrusting. Het digitale dashboard is standaard, evenals het centraal geplaatste HD touchscreen, dat – afhankelijk van het uitrustingsniveau – 10 of 12 inch meet. Ook Citroën ziet inmiddels in dat ‘alles via het aanraakscherm’ weliswaar heel modern, maar verre van ideaal is. En dus zijn essentiële zaken met gewone knoppen te bedienen. Erg prettig is de fysieke home button onderaan het scherm. Dat zouden meer fabrikanten moeten doen.
Meestal kun je de aangeboden instapversie links laten liggen, want crisis. Zo niet bij de C5 X, waar je zelfs in de goedkoopste uitvoering (Feel) wordt verblijd met navigatie, DAB+ radio met bluetooth, Apple Car Play en Android Auto, keyless entry, LED verlichting, achteruitrijcamera, een gekoeld dashboardkastje, dual zone automatische airco en verwarmde ‘advanced comfort seats’. Plus natuurlijk alle hedendaagse veiligheidsvoorzieningen en rij-assistenten. De afwerking en gebruikte materialen zijn markt- en prijsconform, zonder nieuwe maatstaven te zetten. Het ziet er allemaal keurig uit, maar een premiumgevoel krijg je er niet van. Te veel plastic, te weinig verwennerij.
Bent u een liefhebber van ‘lekker sportief’, dan heeft u in de C5 X niets te zoeken. De besturing is vederlicht (de Sportstand geeft iets meer gewicht, maar daar is dan ook alles mee gezegd) en wars van welke informatievoorziening dan ook. Je kunt best assertief een bocht aansnijden (de wegligging is prima voor de bakker), maar dat voelt al snel als paarlen voor de zwijnen. In geen enkel opzicht laat de C5 X merken een beetje lol te hebben in je escapades; hij voelt zwaar en groot, en nodigt nadrukkelijk uit tot een ‘kalm aan, dan breekt het lijntje niet’-rijstijl. Waar natuurlijk niets op tegen is, maar wat u zich wel moet realiseren.
Bent u op zoek naar sereen comfort in een niet-alledaags jasje, dan schiet u met de Citroën C5 X vol in de roos. Voor € 45.940 zet u de 130 pk benzine in Feel-uitrusting voor de deur. De Hybrid 225 is, met dank aan ons onvolprezen belastingklimaat, slechts drie mille duurder. Eigenlijk een no-brainer.
(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)