Achtergrond: Peugeot 908 HDi FAP
Nadat Peugeot in 1992 en 1993 de prestigieuze 24 uur van Le Mans op haar naam schreef, trok het merk zich terug uit de endurance racerij. Nu, veertien jaar later, maken de Fransen hun comeback. Het doel is duidelijk: Le Mans. Op 10 januari stelde Peugeot op het circuit van Mortefontaine, nabij Parijs, het nieuwe wapen voor aan de pers: de 908.
Al twee keer eerder sleepte Peugeot de eindoverwinning in de wacht tijdens de 24 uur van Le Mans; zonder twijfel de meest begeerde titel in de lange afstandsracerij. En bovendien deel uitmakend van de ‘big four’, zeg maar de titels waarvoor iedere constructeur en coureur een arm of been zou willen afstaan: wereldkampioen Formule 1, wereldkampioen IRL/Champcars, de Indianapolis 500 en, jawel, de 24 uur van Le Mans.
Begin jaren ‘90 haalde Peugeot diep adem en sprong in het diepe. De 905 bleek – na het uitbannen van de onvermijdelijke kinderziekten – uiterst succesvol, met Le Mans-overwinningen in 1992 en 1993 als kroon op het werk. De eerste van de ‘big four’ was binnen. Op naar de tweede: de Formule 1. Dat bleek een stuk lastiger. Zó lastig zelfs, dat Peugeot zich, na een aantal teleurstellende jaren, terugtrok uit dat geldverslindende circus. De leeuw likte zijn wonden en richtte zijn pijlen op de rallysport. Met succes, want het aantal overwinningen van de 307 was al snel niet meer te tellen.
In 2004 begon het echter toch weer te kriebelen; Le Mans lonkte, niet in het minst omdat in het WRC eigenlijk alleen nog maar met concerngenoot Citroën werd gestreden, wat zonde van het geld was. Aldus kondigde Peugeot Sport op 14 juni 2005 aan terug te zullen keren op de heilige grond van Le Sarthe. Het lopende WRC-seizoen werd nog afgemaakt, maar in november van dat jaar ging het vuur onder de rally-kroketten definitief uit. Het vrijgekomen budget werd in de ontwikkeling van een nieuwe endurance-racer gestoken: de 908 HDi FAP.
Zoals de naam al aangeeft, is de 908 voorzien van een dieselmotor met roetfilter (FAP staat voor ‘filtre a particules’). Niet zo vreemd, gezien de ijzersterke reputatie van Peugeot op het gebied van zelfontbranders. En inmiddels heeft Audi met de R10 TDI overtuigend aangetoond dat je geen benzineblok nodig hebt om het hoogste ereschavot te bereiken, dus zo’n rare keuze is het niet.
Terug naar 10 januari, op het troosteloze Mortefontaine. De grote groep genodigden staat zich warm te houden in de gure wind, als – toch nog tamelijk onverwacht – de 908 zijn opwachting maakt, geflankeerd door zes 407 SW’s. Opmerkelijk hoe stil die racediesels zijn. Dreigend zwart staat de auto voor ons, het naakte koolstofvezel grijnst ons sinister tegemoet. Geen oorlogskleuren, want het sponsorpakket is nog niet helemaal rond.
De pers verdringt zich intussen rondom de coureurs. En het moet gezegd, Peugeot heeft niet de minsten aan zich weten te binden: Nicolas Manassian, Stéphane Sarrazin, Pedro Lamy, Mare Géné, Sébastian Bourdais en, last but not least, Jacques Villeneuve. Die laatste heeft nog geen ervaring in de endurance-racerij, maar verwacht geen moeilijkheden te ondervinden. De motivatie is er nog altijd, want de Canadees is de eerste ter wereld die daadwerkelijk zicht heeft op de ‘big four’. In 1995 won hij de Indy 500 en het kampioenschap in de CART-series, twee jaar later werd hij wereldkampioen in de F1. En nu dan dus Le Mans.
Hoewel, de hoge heren van Peugeot doen tijdens de persconferentie alle moeite om de hooggespannen verwachtingen te temperen: ‘Nee, 2007 is slechts een leerjaar. De 908 staat nog in de kinderschoenen en moet nog een testprogramma van 30.000 km ondergaan. Dus alstublieft, denk niet dat wij al een rol van betekenis spelen. Pas in 2008 verwachten wij voor de overwinning mee te kunnen strijden.’
De underdog-positie dus. Begrijpelijk, want het 908-project staat nog in de kinderschoenen, daar waar Audi al jaren met een bullitproof auto de ene overwinning aan de andere rijgt. Zoiets kost tijd. Over tijd gesproken: in oktober 2005 vonden de eerste brainstormsessies plaats, drie maanden later – toen Peugeot Sport zich niet meer met het WRC hoefde te bemoeien – gevolgd door de eerste schetsen. In maart 2006 viel de keuze definitief op een dicht koetswerk en niet, zoals Audi, een spider-model (‘Een dichte auto heeft een betere stroomlijn, is mooier, comfortabeler voor de rijders en biedt bovendien meer ruimte voor onze sponsoren’), terwijl tegelijkertijd de eerste statische tests van het motorblok plaatsvonden. Op 18 april werd de body de windtunnel ingeduwd. In juni stond het definitieve motorontwerp op papier en in juli rolde de eerste V12 van de montageband. September stond in het teken van de presentatie op de salon van Parijs, terwijl men op de achtergrond druk bezig was de juiste coureurs te vinden. Op 31 december vond tenslotte de shake-down plaats, waarmee Peugeot Sport op het nippertje de belofte inloste dat het prototype al in 2006 rijklaar zou zijn. In totaal dus 13 maanden om van een maagdelijk wit vel papier te komen tot een rijdende auto. Geen geringe prestatie.
De eerste serieuze test staat gepland op 19 maart in Sebring, de eerste race volgt een maand later op het Italiaans Monza. Dit jaar zullen twee 908’s deelnemen aan zes races, met natuurlijk als hoogtepunt de 24 uur van Le Mans op 16 en 17 juni. Pas daar zal ook Villeneuve zijn opwachting maken, want hij heeft slechts een contract voor die ene race. Met wie hij zal gaan rijden, is nog niet bekend. De rijderscombinaties zullen worden bepaald tijdens de testsessies en de diverse races, en hangt af van persoonlijkheid en manier van rijden.
Of het 908-avontuur een succesvolle afloop zal krijgen? Aan de rijders zal het niet liggen en ook de twinturbo V12 lijkt zijn mannetje te staan (700 pk, 1.200 Nm; sterker dan de Audi R10 van vorig jaar). En Peugeot kennende, is een verrassing niet uitgesloten. Ook niet in het ‘leerjaar’ 2007, want leeuwen moet je nooit onderschatten. Zouden ze dat in Ingolstadt ook weten?
(Dit artikel verscheen eerder in Auto & Tuning)