Alfa Romeo 147 JMR19
Over dieselmotoren moet je tegenwoordig geen grappen meer maken. Bergen pk’s en Newtonmeters zorgen voor prestaties waar veel benzinegestookte vierwielers alleen maar van kunnen dromen. Neem nu de Alfa 147 1.9 JTD, met standaard 115 pk en 275 Nm al geen stakker, maar in Madeno Racing-trim een regelrechte killer: 161 pk en 363 Nm!
Eerlijk is eerlijk, van Madeno Racing hadden we niet anders verwacht. Als Alfa Romeo-tuner in hart en nieren ben je nu eenmaal sommige dingen aan je stand verplicht. Dus dat de 147 JTD stevig onder handen zou worden genomen, was gewoon een kwestie van tijd. Trouwe lezers weten dat er in Oude Tonge verbazingwekkende dingen gebeuren met de raspaardjes uit Milaan. Wat te denken van de VMR30-kit, waarmee de 156 2.5 V6 groeit tot 3 liter en het vermogen stijgt van 192 naar 265 pk. Met een top van 260 km/h en een sprintje van 0-100 km/h in 6 seconden, voldoende om menig sportwagen de stuipen op het lijf te jagen.
Ook voor de dieselaars onder ons is er het nodige voor handen. Je vindt een 2.4 JTD wat traagjes, met af-fabriek 150 pk en 305 Nm? Geen nood, met de Madeno Racing JMR24 Evo-kit heb je 195 pk en 423 Nm onder de rechtervoet. Daarmee kun je zelfs een 156 GTA een aardige run for his money geven.
Terug naar de 147 van deze pagina’s. Geheel volgens Madeno Racings eigen huisstijl zijn de uiterlijke aanpassingen bescheiden gehouden. Geen opvallend spoilerwerk dus, maar smaakvolle detaillering daar waar de auto dat kon gebruiken. En dat is bar weinig, om eerlijk te zijn. De 147 heeft al zulke fraaie lijnen van zichzelf, dat Madeno Racing volstond met het monteren van… witte zijknipperlichten. Meer toevoegen zou volgens de specialist uit Oude Tonge alleen maar afbreuk doen aan het geslaagde ontwerp van Walter de’ Silva (inmiddels werkzaam bij Seat).
‘En dat lichtmetaal dan?’, horen we je zeggen. Tja, bij Madeno Racing ziet men dat niet als uiterlijke opsmuk, maar als onderdeel van het wegliggingspakket. ‘Onze’ 147 is uitgerust met de bekende Madeno Racing 17-inch zesspakers (gemaakt door ATS), voorzien van Pirelli’s P Zero Nero in de maat 215/45-17. Dat vult op zich de wielkasten al lekker, maar de suspensionkit – bestaande uit sportdempers, verlagingsveren en een gemodificeerde voor- en achterwielophanging met camberverstelling – doet ook een aardige duit in het zakje. De rijhoogte is instelbaar, waarbij je kunt kiezen uit een verlaging van 10 tot 60 mm. In dit geval staat de auto vier centimeter dichter op het asfalt en is er sprake van een zogenaamde sportafstelling. Vind je dat iets teveel van het goede, dan Is een comfortafstelling ook mogelijk. Mannen met haar op de borst (m/v) gaan natuurlijk voor de full race set-up.
Net zo bescheiden als de uiterlijke aanpassingen, zijn de wijzigingen in het interieur. Hoewel de Madeno Racing-catalogus talloze mogelijkheden biedt voor uitgebreide verbouwingswerkzaamheden (de enige grens is de elasticiteit van je portemonnee), vinden we in dit geval alleen een aluminium versnellingspook. Wijzelf zouden daar direct één van die lekkere Momo stuurtjes aan toevoegen, want de standaard plastic hoepel brengt ons niet bepaald in juichstemming.
Gelukkig is er onderhuids veel meer te beleven. Het spectaculairste is natuurlijk de JMR19 motorkit, waarmee de 1.9 JTD common rail oliestoker op 161 pk en 365 Nm uitkomt. Zetten we dat af tegen de fabrieksopgaven (115 pk, 275 Nm), dan kunnen we toch wel spreken van serieus tuningwerk. Een deel van de vermogenswinst komt voor rekening van de ECU-aanpassingen (chiptuning, dus). Dat alleen al is goed voor 28 pk. De laatste 18 paarden komen op het conto van de grotere intercooler. Af-fabriek wordt de 147 JTD voorzien van een tussenkoeler met een inhoud van 2,65 liter. Madeno Racing monteert een handgemaakt aluminium exemplaar van 3,95 liter. En dat scheelt.
Oplettende lezers hebben inmiddels opgemerkt dat een sportuitlaat niet ter sprake is gekomen. Klopt, die zit er ook niet op. De oorzaak is simpel. Madeno Racing monteert uitsluitend zélf ontwikkelde rookkanalen en die voor de 147 bevinden zich tijdens de testrit (juni 2002) nog in het prototype-stadium. Aardig: als die nieuwe uitlaat er eenmaal op zit, zal het vermogen dus alleen nog maar verder toenemen.
Om al dat geweld weer tot stilstand te brengen, is de 147 uitgerust met Brembo stoppers rondom. Geperforeerde sportschijven voor en achter, sportremblokken, gewapende remleidingen, high performance remvloeistof – alles zit er op, in of aan.
Genoeg gepraat, we willen rijden. Nadat we het ons gemakkelijk hebben gemaakt achter de fraaie klokkenwinkel (over het stuur hebben we het al gehad), draaien we de contactsleutel om. Dat levert geen bijdrage aan de feestvreugde. Hij klinkt zoals een Alfa JTD hoort te klinken. Als een diesel dus. Benieuwd of een andere uitlaat de hartslag wat verder omhoog krijgt. De eerste 15 kilometer doen we het ‘piano-aan’; ook de auto van een ander rijden we altijd rustig warm. Juist omdat we niet echt ‘strepentrekkerig’ bezig zijn, valt de enorme rust in het interieur op. Da’s dan weer het voordeel van een standaard uitlaat. Verder is duidelijk dat Alfa Romeo de afwerking nog weer net ietsje beter voor elkaar heeft dan bij de 156. Het hele interieur voelt bijzonder degelijk aan. We zouden bijna ‘Duits’ zeggen, maar dat staat voor Alfa-liefhebbers zo’n beetje gelijk aan vloeken in de kerk.
Na de opwarmfase kunnen we eindelijk de 161 paarden aan het werk zetten. Het pretpedaal gaat diep in het hoogpolig tapijt en we maken ons klaar voor de onvermijdelijke schop in de rug. Die blijft uit. Enigszins teleurgesteld kijken fotograaf Carlo en ondergetekende elkaar aan. Onze blikken zeggen genoeg: is dit alles? Carlo kan vanaf de passagiersstoel de tempoklok niet aflezen en ik wil net vertellen dat dit een saaie ochtend gaat worden, als ik op de snelheidsmeter kijk. Pardon, 150 km/h? Dat kan niet. We proberen het nog eens en jawel, zonder enig drama versnelt de 147 in razendsnel tempo naar hoogst illegale snelheden. Het vermogen komt zó progressief in en wordt dermate lineair afgegeven, dat iedere vorm van sensatie ontbreekt, maar snel is hij wel degelijk. Wat heet. Het ontbrak ons aan mogelijkheden om metingen te doen, maar een collega-journalist kon dat enkele weken geleden wel. Hij raffelde het sprintje van 0-100 km/h in 8,9 sec af, bijna twee tellen sneller dan de standaard JTD. Ook de tussensprints waren indrukwekkend: 80-120 km/h in 6,8 sec, 100- 160 km/h in 14,7. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze Madeno Racing 147 krap 900 km op de teller had staan en dus verre van ‘los’ was. De gemeten tijden zullen in de toekomst dus waarschijnlijk alleen nog maar scherper worden.
Gedurende de ochtend weten we ons een goed beeld van deze Alfa te vormen. Als GTI-vervanger voldoet hij niet, daarvoor biedt hij eenvoudig te weinig spektakel, is hij te weinig explosief. Maar als uiterst competente snelwegcruiser is hij bijna onovertroffen. Het gemak waarmee zeer hoge snelheden worden behaald en de rust waarin dat gebeurt, is verbluffend. Combineer dat met een messcherpe besturing en een grote mate van comfort (het Madeno Racing-onderstel benadert wat ons betreft de absolute perfectie) en het moge duidelijk zijn dat de naam van deze auto eigenlijk verkeerd is. Niet 147 JTD, maar 147 GT zou op de bilpartij moeten staan. Wie had dat gedacht?
(Dit artikel verscheen eerder in Auto & Tuning. De 147 op de foto is niet de in de tekst beschreven auto)