Mercedes-Benz E 220D All-Terrain
Een huis-, tuin- en keuken-automobiel opruigen met een paar simpele maar doeltreffende cosmetische ingrepen: het is een recept dat in de autowereld al decennia lang garant staat voor indrukwekkende verkoopcijfers. Mercedes-Benz hield zich echter altijd verre van zulk goedkoop effectbejag. Dat de Duiters begin dit jaar alsnog met de E-klasse All-Terrain op de proppen kwamen, kwam dan ook enigszins als een verrassing.
In het hogere segment van avontuur en vrijheid suggererende stationcars maken Audi (met de A6 Allroad) en Volvo (V90 Cross Country) al sinds jaar en dag de dienst uit, en het is wel duidelijk dat de makers van de uitsluitend in Europa leverbare Mercedes-Benz E-klasse Estate 220 D 4Motion All-Terrain, zoals het naamkaartje officieel luidt, daar goed naar hebben gekeken. Waarom immers zelf het wiel uitvinden? De All-Terrain staat daarom, net als zijn concurrenten, hoger op zijn poten (29 mm om precies te zijn, waarvan de helft op het conto komt van de relatief hoge banden), heeft afwijkende bumpers en een dito grille, speciaal 19-inch lichtmetaal en obligaat matzwart plastic dorpel- en wielkastbeschermers. Plus 4Matic vierwielaandrijving en standaard luchtvering, opdat het niet allemaal ‘show but no go’ is.
Op dit moment is de All-Terrain uitsluitend leverbaar als 220 D, voorzien van een nieuw ontwikkelde 2.0 viercilinder turbodiesel, goed voor 194 pk en 400 Nm (231 km/u, 0-100 km/u in 8 sec). Benzinemotoren zijn er niet en komen er ook niet, maar de komst van de 258 pk-sterke zescilinder 350 D is al wel aangekondigd. Overigens: zowel Audi als Volvo hanteren een 190 pk diesel als instapper, dus zo gek is de keuze van Das Haus niet. Sowieso kom je met de 220 D niets tekort. Tuurlijk, op auditief gebied gaat er weinig boven een zescilinder, maar eerlijk is eerlijk, eenmaal op snelheid merk je aan niets dat je met een ‘simpel viercilindertje’ onderweg bent. De tweeliter is krachtig genoeg, stil en soepel bovendien, en de standaard 9G-Tronic automatische versnellingsbak doet zijn werk volstrekt foutloos. En dat leidt dan weer tot een gemiddeld verbruik van (volgens Mercedes) net geen 1 op 20, ofschoon wij denken dat u blij mag zijn als u 1 op 15 haalt. Uiteindelijk heeft u wel 1.820 kg voort te slepen.
De rij-ervaring is vergelijkbaar met een gewone E-klasse Estate. Dat de All-Terrain wat verder van de grond staat, merk je niet. Sterker, door de banden met hogere wangen ligt het comfort zelfs op een fractioneel hoger plan, terwijl de luchtvering body-roll tot een minimum beperkt. Het weggedrag is tot op hoge snelheid verregaand neutraal, maar dat wil niet zeggen dat we hier te maken hebben met een dynamische automobiel. Dat is niet het geval, al was het maar vanwege de tamelijk afstandelijke stuurinrichting, die je niet of nauwelijks betrekt bij wat zich onder de voorwielen afspeelt. Wat dan weer typisch Mercedes is, dus feitelijk ook geen verrassing. Al even typisch Mercedes is het subliem afgewerkte interieur met prachtige materialen (hout, leer en chroom zover het oog reikt), heerlijke stoelen, enorme ruimte en doordachte details, zoals armleuningen die opgloeien als de stoelverwarming is geactiveerd.
Met een knop in de middenconsole selecteert u de All Terrain-stand, waarmee de auto nog eens 35 mm hoger wordt gezet, de gasrespons tot een minimum wordt gereduceerd en het afremmen op de motor wordt gemaximeerd. En waardoor off road niet een loze marketing-gimmick is, maar zowaar een daadwerkelijke optie. Op het dashboard krijgt u informatie over stuur- en hellingshoek, en de stand van gas- en rempedaal. Plus een kompas. Boven de 35 km/u zet de auto zichzelf weer in de asfaltmodus. Hartstikke leuk en goed dat het kan, maar wij betwijfelen of iemand die géén paardentrailer te trekken heeft het ooit zal gebruiken.
Over dashboard gesproken: onze testauto was voorzien van de zogeheten Widescreen Cockpit, waarmee u een digitaal dashboard krijgt over bijna de volle breedte van de auto. Indrukwekkend. En het roept de vraag op hoe lang het nog duurt voordat de voorruit één groot display is, waarbij het zicht op de buitenwereld bestaat uit het beeld van rondom gemonteerde camera’s. Afgezien daarvan was onze auto ook uitgerust met de optionele 20-inch tienspaaks lichtmetalen wielen (€ 1.100), maar die zouden wij u afraden. Zoals alle Benzen is ook de All-Terrain gebaat bij terughoudendheid en zelfbeheersing. Het wordt al snel te veel, te René Froger. Neem van ons aan: 19-inch voldoet ruimschoots. Bovendien kost het allemaal toch al genoeg.
De Mercedes E All-Terrain is verkrijgbaar vanaf € 75.225. Dat is weliswaar € 12.210 duurder dan de Volvo V90 Cross Country, maar exact gelijk aan de Audi A6 Allroad (nu ja, die laatste is € 325 goedkoper, maar dat soort verwaarloosbaar kleine verschillen laten we hier maar buiten beschouwing). De vanaf-prijs is, kortom, concurrerend genoeg. Het zijn de opties die je de nek om doen. De uitrusting van de All-Terrain is gebaseerd op de E-klasse Avantgarde, en dat kun je ook uitleggen als ‘meh’. Leer, navigatie, inklapbare buitenspiegels, stoelverwarming, lichtsensor, LED-verlichting, lane-assist, parkeercamera, alarm, keyless go – je moet het er allemaal apart bij bestellen. Geen wonder dat onze testauto een kleine 22 mille (!) aan extra’s aan boord had, waarmee het prijskaartje de 100.000 euro tot op 4K benaderde. Dan heb je een begerenswaardige auto die ontegenzeggelijk meer biedt dan een gewone E-klasse Estate. Maar je moet wel héél veel van Mercedes houden om niet ook een bezoek aan een concurrerende dealer te brengen.