Mercedes-Benz GLA 200
Begin dit jaar gaf Mercedes-Benz de in 2013 geïntroduceerde GLA een bescheiden facelift. Voor Advocatie reden om deze compacte SUV, op basis van de relatief kleine A-klasse, aan een nader onderzoek te onderwerpen.
Ook voor autofabrikanten valt het soms niet mee om hun creaties te categoriseren. Neem nu de Mercedes-Benz GLA. Bij zijn introductie, in september 2013, hamerden de Duitsers erop dat het hier beslist géén cross-over betrof, maar een heuse SUV. En hoewel die drie letters vandaag de dag al genoeg zijn om de kassa te doen rinkelen, rees toch de vraag hoe ‘SUV’ de GLA nu eigenlijk was. Was het niet gewoon een wat forsere A? Ofwel een in wezen doodnormale hatchback? Historisch gezien, en puur uitgaande van de prijs en het modelgamma, zouden de BMW X1 en de Audi Q3 de voor de hand liggende alternatieven moeten zijn. Maar op de een of andere manier klopte die aanname niet. De GLA paste simpelweg niet in het ‘normale’ SUV-plaatje.
En zelfs nu, een kleine vier jaar na dato, is de verwarring er niet minder om. Op onze vraag naar de concurrenten van de GLA, fronste de persvoorlichtster haar wenkbrauwen. Pas na een paar seconden kwam er een aarzelend ‘de Mini Countryman misschien?’ Waarmee maar gezegd wil zijn dat we hier te maken hebben met het buitenbeentje van de overvolle klasse der compacte SUV’s. En dat alleen al is wat ons betreft goed voor bonuspunten. Eenheidsworsten zijn er immers meer dan genoeg.
En over buitenbeentjes gesproken: in tegenstelling tot zo’n beetje het complete Mercedes-aanbod is de GLA niet voorzien van achterwielaandrijving en zijn er alleen viercilinders leverbaar. Voorwielaandrijving is standaard, een enkele uitvoering heeft vierwielaandrijving. Het aantal cilinders mag dan beperkt zijn, het motorenpallet is dat beslist niet. Met drie diesel- (met vermogens van 109 tot 177 pk) en vijf benzine-uitvoeringen (uiteenlopend van 122 tot 381 pk) geldt hier met recht ‘voor elk wat wils’. Sowieso gaat Das Haus tamelijk ver in maatwerk, getuige de maar liefst 73 pagina’s tellende optielijst.
De GLA verlaat normaal gesproken de fabriek op het zogeheten Comfort-onderstel. U kunt echter ook kiezen voor het Offroad-onderstel, dat 30 mm is verhoogd en waarmee u, zeker in combinatie met de optionele 4Matic vierwielaandrijving, een zanderig bospad niet uit de weg hoeft te gaan. Bent u meer van de sportieve soort, dan verwijst Mercedes-Benz u graag naar het 15 mm verlaagde onderstel met stuggere veren en dempers.
Wij reden de GLA 200, voorzien van verlaagd onderstel, zeventraps automaat en AMG Line exterieurpaktet. En hoewel onze testauto daarmee een behoorlijke krijgshaftige indruk maakte, was de veronderstelde sportiviteit ver te zoeken. Op papier klinkt 156 pk, een sprint van 0 tot 100 km/u in 8,4 seconden en een topsnelheid van 215 km/u helemaal niet verkeerd, maar de automatische versnellingsbak met dubbele koppeling (een kosteloze optie) reageert traag en het 1.6 liter motorblok heeft simpelweg een hele kluif aan het leeggewicht van 1.335 kg. Voeg daar een tamelijk ongevoelige stuurinrichting aan toe, en het moge duidelijk zijn dat de GLA 200 bepaald niet het beest in ons los maakte. Met dat in het achterhoofd zouden wij het behoorlijk harde sportonderstel en de 19-inch lichtmetalen wielen zonder meer achterwege laten. Het staat fantastisch, maar de GLA is (afgezien van de AMG 45) simpelweg geen sportwagen. Kies daarom voor het (standaard) Comfort-onderstel en een paar mooie 18-inch wielen, en geniet van het fraaie interieur, de onberispelijke afwerking en de wetenschap dat uw auto is voorzien van de modernste veiligheidssystemen en gadgets, waaronder een 360°-camera en een kofferklep die zich opent na een schopbeweging onder de achterbumper.
Niet onbelangrijk: de GLA wekt bij omstanders vooral sympathie, in plaats van afgunst. Met zijn nieuwe (LED-)koplampen en bumpers staat hij lekker ‘vierkant’ op zijn wielen, zonder intimiderend te zijn. Nog nooit hoorden wij zo vaak ‘mooi dik bakkie!’, gevolgd door een instemmende blik, en dat wil bij de gemiddelde andere Mercedes nog wel eens anders zijn. Het benzineverbruik is daarbij overigens geen spelbederver. De fabriek belooft een gemiddeld verbruik van 1 op 17. Wij kwamen uit op 1 op 12. Niet bovengemiddeld weinig, maar wel alleszins acceptabel. Hetzelfde geldt voor zijn prijs: vanaf € 38.800. Dieselen kan vanaf € 40.627.
De vernieuwde GLA verzet nergens de bakens (hij is ruim, maar niet heel ruim, hij is stil, maar niet heel stil – en zo kunnen we nog wel even doorgaan) en zet geen nieuwe maatstaven, maar onder de streep blijft er toch een begerenswaardige auto over. En van dat soort auto’s zijn er niet zo veel.
(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)