Peugeot e-208
De elektrificatie van het autoaanbod neemt hand over hand toe. Alle fabrikanten zetten vol in op ‘stroom’ en na eerst de bovenkant van de markt te hebben bediend, richten zij nu hun pijlen op de gewone man (m/v). Advocatie reed met de volledig elektrische Peugeot e-208.
De eerste generatie 208 zag het licht in 2011, in een tijd dat Peugeot hevig worstelde met haar designtaal. Jaar na jaar werd de wereld geconfronteerd met pijnlijk lijnenspel en vergezochte details, maar sinds de introductie van de huidige 508 is sprake van nieuw elan en presenteert ‘Parijs’ het ene na het andere oogstrelende ontwerp. Met als voorlopig hoogtepunt het volledig elektrische studiemodel e-Legend (die natuurlijk gewoon in productie had moeten gaan), waarmee Peugeot een niet te missen EV-visitekaartje afgaf.
En ook de vorig jaar geïntroduceerde 208 maakte meteen haar entree als mooiste meisje van de klas. Geen enkele concurrent in het compacte B-segment (denk Renault Clio, VW Polo en Opel Corsa) weet de gevoelige snaar zo treffend te raken. Toegegeven, de grille is misschien wat al te Audi, maar voor de rest is iedere lijn recht in de roos. Sportief, brutaal, zelfbewust. Als een genaaldhakte Française in een opwaaiend zomerjurkje op de Boulevard Haussmann. Helaas gaat onder dat spannende uiterlijk een stuk minder enerverende techniek schuil. Drie 1.2 driecilinder benzinemotoren (75-130 pk) en een 100 pk-sterke 1.5 viercilinder diesel; meer fossiele brandstofsmaken zijn er niet. Afhankelijk van de gekozen motorisering krijgt u dan een achttraps automaat, of een handgeschakelde vijf- of zesbak. Keurig en veilig marktconform, laten we het daar maar op houden.
Voor de volledig elektrische e-208 geldt dat echter niet. Als spirituele opvolger van de 106 Électrique, die tussen 1995 en 2003 hoofdzakelijk bij Franse overheidsinstanties onderdak vond, presenteert hij zich als behoorlijk out of the box. Niet qua pure prestaties, want van 136 pk (260 Nm) kun je nu eenmaal geen wonderen verwachten. De topsnelheid is begrensd op 150 km/u en in 8,1 seconden wordt de 100 aangetikt. Daarmee is hij weliswaar de rapste 208 uit het assortiment en verslaat hij op de sprint zelfs de inmiddels onder liefhebbers heilig verklaarde 205 1.9 GTI, maar feit is dat je heden ten dage met dergelijke cijfers geen indruk meer maakt aan de toog.
Nee, het belangrijkste is zijn actieradius. Waar veel van zijn hippe concurrenten (Honda E, Mini Electric) nauwelijks bruikbaar zijn buiten de bebouwde kom, heeft de e-208, dankzij zijn 50 kWh-accupakket, een theoretisch (WLTP-)bereik van 340 km. In de dagelijkse praktijk komt dat neer op zo’n 300 km, waarmee je alle rijdende modestatements de mond snoert. Dit is wél een echte auto. Alle in ons land geleverde e-208’s hebben een driefase-laadsysteem, waarmee de accu aan een snellader binnen 30 minuten weer voor 80% vol is. Aan een publieke laadpaal duurt het 5-7 uur om volledig opgeladen te zijn, en aan een huis-, tuin- en keukenstopcontact 16 uur.
De e-208 is leverbaar in drie uitvoeringen, die allemaal zijn voorzien van dezelfde techniek, inclusief automatische versnellingsbak. Als instapper fungeert de Active, gevolgd door de luxere Allure. De GT dient als sportief topmodel. Hoewel de Active keurig in zijn spullen zit (digitaal dashboard, 7-inch touchscreen, climate control, TomTom navigatie, USB-aansluitingen, keyless start), zal uw interesse vooral uitgaan naar de Allure en GT. U wilt immers het grotere (10-inch) centrale aanraakscherm, draadloos telefoon opladen, DAB+ radio, een achteruitrijcamera en lichtmetalen wielen, om maar eens wat te noemen. De GT voegt daar nog adaptieve cruise control, stoelverwarming, full-LED koplampen, privacy glass en uitgebreidere rij- en veiligheidsassistenten aan toe.
Wij reden de GT, gestoken in het bloedmooie Bleu Vertigo (wat ons betreft, ondanks de meerprijs van € 780, de enige juiste kleur) en voorzien van het optionele (€ 500) glazen panoramadak met ‘black diamond’ omlijsting (€ 300). Een zeer geslaagde combinatie, precies zoals wij hem zelf zouden bestellen. De grille-accenten in carrosseriekleur hadden voor ons niet gehoeven, maar storen ook niet. De sexy wielkastverbreders in hoogglans zwart bieden daarvoor genoeg tegenwicht.
Zoals alle hedendaagse Peugeots is ook de e-208 uitgerust met de zogeheten i-cockpit: een piepklein stuurtje, waar je overheen (in plaats van doorheen) moet kijken om zicht te hebben op de daarachter verscholen meters. Wij zijn er geen fan van. Het stuurtje is fijn genoeg, daar ligt het niet aan, maar je moet hem onnatuurlijk laag zetten om alle informatie op het dashboard tot je te kunnen nemen. Net als in de 508 kozen wij ervoor om het stuur op een prettige hoogte vast te zetten, daarbij – noodgedwongen – voor lief nemend dat we de onderste helft van de klokkenwinkel niet konden zien. Daar wen je uiteindelijk (een beetje) aan, maar het kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Toch is volgens Peugeot het merendeel van de klanten razend enthousiast over de i-cockpit. Noem ons cynisch, maar wij wagen dat ernstig te betwijfelen.
Het interieur is fraai, met mooie materialen en een onberispelijke afwerking. Het heldere touchscreen werkt vlekkeloos, de menustructuur is intuïtief en overzichtelijk, de sfeerverlichting doet niet onder voor auto’s uit het hogere segment en de pianotoetsen op de middenconsole vormen een speels detail. Op de ergonomie valt echter het nodige af te dingen. De symbolen op de (kleine) knoppen zijn nauwelijks leesbaar en sommige bedieningselementen zijn ronduit onhandig geplaatst. Zo zit de knop voor de rij-modi Eco, Normaal en Sport onder (!) de middenarmsteun. Onbegrijpelijk.
De stoelen zijn stevig en zitten fijn, zij het met wat weinig steun voor de bovenbenen, terwijl de rechterkuit net iets te vaak fysiek contact maakt met de middenconsole. Kleinigheden, net wat u zegt, maar op de lange duur begint het toch te storen. Gelukkig zult u nooit veel langer dan twee uur achtereen aan het roer zitten, simpelweg omdat het dan tijd wordt voor een oplaadsessie. Van claustrofobie zal niemand last krijgen, want zowel voor- als achterin is ruim voldoende been-, hoofd- en opbergruimte beschikbaar. De kofferbak houdt echter niet over: met 265 liter behoort die tot de kleinere in zijn klasse.
En dan het rijden. De e-208 start altijd in de Normaal-modus, die zorgt voor een zeer geleidelijke vermogensafgifte. Geen schop in je rug, zoals we zo vaak zien bij EV’s, geen spinnende wielen, maar een constante soepele kracht, zonder sportieve aspiraties. Dat verhoogt het comfort en – niet onbelangrijk – zorgt voor een maximaal bereik. Maar zet de elektronica in Sport (er gaat dan een klein schokje door de auto, als een huivering voor aanstaand genot) en het geheel komt tot leven. Ineens ben je onderweg met een rasecht gifkikkertje, waarmee het heerlijk gooien en smijten is en die je met zijn speelsheid uitnodigt er continu een schepje bovenop te doen. Dankzij de in de vloer weggestopte accu’s werk je met een ultralaag zwaartepunt en de directe – zij het niet heel erg informatieve – besturing tovert een niet-aflatende grijns op het gezicht. Het ideale gezelschap op een kronkelige binnenweg of een uitdagend dijkje, te meer omdat provocerend en proleterig uitlaatgebrul volledig ontbreekt. Wat ons betreft is de 205 GTI eindelijk gereïncarneerd.
De Peugeot e-208 is verkrijgbaar vanaf € 33.900, inclusief zes jaar gratis onderhoud. Het door ons gereden topmodel vertoonde onder aan de streep een bedrag van € 40.750. Een hoop geld. Weet in ieder geval dat de Fransman in de Opel Corsa-e een zustermodel heeft, voorzien van dezelfde techniek, maar wel zo’n 3 mille goedkoper. Ook dikke prima. Maar met een minder aansprekend uiterlijk. Net zoals die beste vriendin van dat mooiste meisje van de klas.
(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)