Range Rover P530
In alle luxe van grote hoogte neerkijken op het gewone voetvolk, dat zich minder gezegend weet met het slijk der aarde – als penthouse-eigenaar weet u de kleine dingen in het leven op waarde te schatten. Gelukkig is er ook een automobiel equivalent van dit aangenaam verpozen. Maak kennis met de nieuwe Range Rover.
Inmiddels zijn we bij de vijfde generatie van deze über-SUV aanbeland en geheel volgens de huidige trend is die langer (+ 5 cm), breder (+ 6 cm) en hoger (+ 3 cm) dan zijn voorganger. Voor wie een lengte van ruim 5 meter niet genoeg is, biedt Land Rover ook een long wheel base-uitvoering, waarmee u een majestueuze 5,25 meter op de oprijlaan zet. En waarmee u de Mercedes S-klasse van uw onderbuurman vrij letterlijk in de schaduw stelt. Overigens, mocht uw appartementencomplex een eigen parkeergarage hebben, weet dan dat de nieuwe Range Rover 1,87 meter hoog is. Dat is weliswaar 10 cm lager dan de Land Rover Defender, maar feit is dat overdekt parkeren ook met de Range Rover een enerverende – om niet te zeggen hartverzakkende – exercitie is. En dan laten we de breedte van 2,05 meter nog buiten beschouwing. Dat de meesturende achteras een draaicirkel van slechts 11,3 meter (vergelijkbaar met een VW Golf) tot gevolg heeft, mag dan een kleine pleister op de wonde heten.
Het uiterlijk van het nieuwe vlaggenschip lijkt op het eerste gezicht nauwelijks veranderd (never change a winning team), maar wie langer kijkt, ziet steeds weer nieuwe details. Alles is strakgetrokken, de naden tussen de koetswerkdelen zijn tot het absolute minimum teruggebracht en het geheel straalt aan alle kanten hypermoderne exclusiviteit uit. Meest opvallende verandering is de achterkant, waar de gewone lichtarmaturen hebben plaatsgemaakt voor smalle verticale stroken, met elkaar verbonden door een horizontaal hoogglanszwart paneel. Smaakvol, met een welhaast Scandinavische terughoudendheid, maar ook kleurgevoelig. Betracht daarom de nodige voorzichtigheid bij het configureren van uw bestelling; in sommige kleurcombinaties schurkt de Range Rover tegen kitsch aan en op de bijnaam Tino Martin zit u bij de jaarlijkse VVE-vergadering niet te wachten.
Het interieur is al even strak en hedendaags, ofschoon minder minimalistisch dan Tesla. Land Rover heeft de goede smaak gehad om niet alle functies achter het centrale 13,1-inch touchscreen te verstoppen, maar de essentiële zaken (denk klimaatregeling) met druk- en draaiknoppen te laten bedienen. Opvallend genoeg wordt de (standaard) achttraps automatische versnellingsbak niet meer bediend met een draaiknop, maar met een traditionele pook op de middenconsole. Die niet echt lekker uit de verf komt, want het selecteren van ‘neutraal’ blijkt in de praktijk een verdraaid lastige opgave. Niet alleen moet je altijd de knop achterop de pook ingedrukt houden, de eerste twee, drie pookbewegingen klik je standaard voorbij de ‘N’.
Het motorenpallet bestaat uit zes- en achtcilinders, zowel in diesel-, benzine- als plug-in-hybrid-uitvoering. De zelfontbranders hebben vermogens van 250 tot 350 pk, de benzines 400 tot 530 pk. De plug-in-hybrid heeft een accupakket van 38,2 kWh en een ‘elektrische actieradius’ van 113 km. In 2024 komt er ook een volledig elektrische aandrijflijn beschikbaar.
Qua uitrusting hoeft u ook bij basisuitvoering SE niet op een houtje te bijten. Pixel-LED-koplampen zijn standaard, evenals een elektrische achterklep, elektrisch verstelbare voorstoelen, stoelverwarming voor én achter, Pivi Pro-infotainmentsysteem, digitaal dashboard, adaptieve cruise control en een uitgebreid pakket aan elektronische veiligheidssystemen en rij-assistenten. Plus natuurlijk eerdergenoemd aanraakscherm, de achttraps ZF automaat en luchtvering. Vindt u dat wat mager, opteer dan voor de HSE, die daar onder meer stoelverkoeling voor en achter, Meridian 3D Surround Sound-audiosysteem, head-up display en een 360-graden camera aan toevoegt. Dat iedere Range Rover bovengemiddeld capabel is in het terrein (en voorzien is van alle denkbare soft- en hardware daarvoor), is natuurlijk een overbodige mededeling. Noblesse oblige.
Wij reden de P530 in First Edition uitvoering. Voorzien van een 4.4 liter twinturbo V8, afkomstig van BMW en goed voor 530 pk en 750 Nm. Daarmee katapulteert de 2,5 ton wegende Range Rover zichzelf in 4,6 seconden naar de 100, om pas bij 250 km/u de strijd met de luchtweerstand te verliezen. De initiële gasaanname verloopt tamelijk abrupt, waardoor het lastig is om soepel en beschaafd van de plek te komen, maar eenmaal op snelheid is het genieten met een hoofdletter G. Mits u de elektronische dempers in de juiste stand heeft staan. In eerste instantie reden wij, autojournalistiek geïndoctrineerd als wij zijn, met alle systemen in de Dynamic-stand. Maar daar kwamen we al rap weer van terug. Vreemd genoeg is de veer- en dempingscombinatie in die stand zó onevenwichtig, dat wij er na verloop van tijd enigszins wagenziek van werden. Of zoals onze passagier zei: ‘Het lijkt wel een boot’. Het activeren van de Comfort-stand loste het probleem effectief op. Opmerkelijk.
Verwacht van de Range Rover, ondanks zijn enorme vermogen en indrukwekkende prestaties, geen sportiviteit. Niet alleen zit zijn gewicht en omvang hem daarbij in de weg, ook is de besturing te ongevoelig en te afstandelijk. Daar helpt zijn uitstekende wegligging niet aan. Beschouw hem daarom vooral als exceptionele snelwegcruiser, met comfort dat in kapitalen kan worden geschreven.
De nieuwe Range Rover is verkrijgbaar vanaf € 137.562. Dan krijgt u de plug-in-hybride P440e. Dieselen kan vanaf € 163.074, voor benzine dient u nog eens 12 mille te investeren. De duurste Range Rover (de P530 LWB SV) staat in de prijslijst voor € 282.378. Zonder opties. Een hoop geld. Aan de andere kant: waar vind je voor dat bedrag nog een penthouse?
(Dit artikel verscheen eerder op Advocatie.nl)